Post Description
39 Boeken van Willy van der Heide
Biografie Willy van der Heide
Hout, Wilhelmus Henricus Maria van den, (pseudoniemen o.a. Willy van der Heide en Willem W. Waterman), schrijver en publicist ('s-Hertogenbosch 3-6-1915 - 's-Gravenhage 24-2-1985). Zoon van Wilhelmus Henricus van den Hout, leraar, en Jantiena Henderika Bodewes. Gehuwd op 28-6-1937 met Louise Petronella Maria Grossouw (1914-1986). Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren. Na echtscheiding (27-7-1948) gehuwd op 8-8-1952 met Anneliese Jülkenbeck (geb. 1928). Dit huwelijk bleef kinderloos. Na echtscheiding (22-8-1956) gehuwd op 27-3-1958 met Marjon Niemeijer (geb. 1930). Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.
Hoewel hij zijn leven en werken naderhand heeft overwoekerd door mystificaties, staat vast dat Wim van den Hout in Den Bosch werd geboren als zoon van een Groningse moeder en een Brabantse vader. Soms was het hem te moede, zei hij later, alsof hij een 'halfbloed' was. Boven de grote rivieren bleek hij zich meer thuis te voelen dan daaronder. Maar een moeilijke jeugd heeft hij naar eigen zeggen niet gehad. Wel hield hij aan zijn afkomst naar alle waarschijnlijkheid een gespleten karakter over, die op zijn hele verdere leven een bepalende invloed zou hebben.
Na middelbare school en militaire dienst belandde Van den Hout op 22-jarige leeftijd op de persdienst van Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Een jaar later, in 1938, werd hij overgeplaatst naar de buitenlandse reclameafdeling van het bedrijf. Deze werkkring bracht een dienstreis naar de Verenigde Staten met zich, waar hij onder meer een bezoek bracht aan Hollywood. Dat leverde hem de inspiratie op voor zijn kluchtige roman Amerika filmt. Een visie op Hollywood en op Hollywood's wonderlijke werkwijzen , het spottende relaas van een filmploeg uit Hollywood die opnamen maakt op een eiland in de Stille Zuidzee. Ook in zijn latere werk zou deze regio vaak opduiken, hoewel Van den Hout er nooit van zijn leven was geweest. Dat hoefde ook niet, zei hij: 'Als je van nature een beetje fantasie hebt, en je leest veel, en je ziet een kleurenfilm over de Bahama's, dan hoef ik niet meer naar de Bahama's om nog wat couleur locale op te doen. Dat is lariekoek. Ik blijf gewoon thuis en schrijf dat boek' (De Jong).
Aangezien zijn werkgever niet wilde dat Philips op zulke frivole nevenactiviteiten zou worden aangekeken, publiceerde hij het boek onder het pseudoniem Willy Waterman. Het verscheen in 1939, toen hij zelf wegens de mobilisatie weer onder de wapenen was. Ook deze ervaringen verwerkte hij, als naam Willem W. Waterman aannemend, tot een roman die in 1941 uitkwam met als titel De kruistocht van generaal Taillehaeck . Het leek wederom een burleske roman, maar ditmaal was de ondertoon uiterst serieus: de lotgevallen van het Nederlandse leger tijdens de mobilisatie toonden volgens de schrijver op schrijnende wijze aan dat de gemiddelde Nederlander veel te individualistisch en veel te weinig soldatesk was ingesteld. Dat was, betoogde hij, mede de schuld van het vooroorlogse gezag: 'Men tráchtte zelfs niet hun geestesgesteldheid te veranderen en hen militair te laten denken, omdat men ons leger beschouwde als een ergerlijke noodzaak en omdat men geen notie had, hoe de geest in een werkelijk leger behoorde te zijn' (pp. 280-281). Een vervolg op De kruistocht verscheen in 1943 onder de titel Een strijd om Nederland . Hij gaf daarin blijk van zijn ijzervretersovertuiging dat alleen een sterk volk de woelingen van de tijd zou overleven.
Om ook metterdaad partij te kiezen zocht Van den Hout aansluiting bij het fascistische Nationaal Front van Arnold Meijer, die hem in januari 1941 benoemde tot propagandaleider. In augustus van dat jaar vertrok hij weer. Op eigen initiatief, zei hij na de oorlog, maar in zijn tot roman verwerkte terugblik Bankroet van een politieke beweging , in 1943 onder eigen naam gepubliceerd, wordt de propagandaleider van het imaginaire Nederlandsch Front op staande voet ontslagen, omdat hij de stafleden met slappe vaatdoeken heeft vergeleken.
Als freelance-publicist onder de naam Willem W. Waterman werkte Van den Hout onder meer voor het Haagse dagblad De Residentiebode , dat aanvankelijk met Arnold Meijer sympathiseerde en later met de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Daarnaast begon hij in 1943 onder het pseudoniem Willy van der Heide in het nationaal-socialistische blad Jeugd het avontuurlijke feuilleton 'De avonturen van 3 jongens in de Stille Zuidzee'. Van den Hout had een non-conformistische geest, die hem in augustus 1943 bijvoorbeeld in staat stelde als radiomedewerker Willem W. Waterman in het amusementsweekblad Cinema en Theater aandacht te vestigen op de aanstaande uitzending van een hoorspel van 'de jonge auteur Willy van der Heide'. Het betrof hier een bewerking van het verhaal in Jeugd , waarin de Amsterdamse rederszoon 'Rob Evers' de centrale held was. Twee weken later kwam hij er in hetzelfde blad zelfs nog op terug; toen bekritiseerde hij de manier waarop dit hoorspel was uitgevoerd, en voegde er bewonderend aan toe dat de Britse omroep, de BBC, dat vóór de oorlog heel wat beter deed: een ongekende brutaliteit. Ook bleef hij onverstoorbaar over de Ramblers schrijven nadat het dansorkest van Theo Uden Masman die Engelstalige naam allang niet meer mocht voeren.
Allengs verruilde Van den Hout zijn gezinsleven voor een bohémienachtig bestaan,waarover hij in zijn naoorlogse memoires, Toen ik een nieuw leven ging beginnen en andere waargebeurde verhalen uit de jaren vijftig (1979), veel avontuurlijke, maar volstrekt oncontroleerbare verhalen vertelde. Zo zou hij geregeld hebben verkeerd in het milieu van agenten en dubbelagenten. Zijn opvallendste rol speelde hij echter bij het vanaf maart 1944 verschijnende periodiek De Gil , in werkelijkheid een uitgave van de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda, maar ogenschijnlijk een blad dat onbekommerd de spot dreef met Duitsers, NSB'ers en de Nederlandse regering in Londen. Het was opgezet door L. Thijssen, oud-hoofdredacteur van De Residentiebode , en verscheen in een oplage van meer dan 100.000 exemplaren.
Vanaf het derde nummer werd dit 'opnuchterend orgaan voor onnuchter Nederland' - zoals de ondertitel luidde - goeddeels volgeschreven door Willem W. Waterman, die met een Angelsaksisch soort ironie bij de lezer twijfel probeerde te zaaien over de wenselijkheid van een geallieerde invasie. Over geallieerde overwinningen aan de oorlogsfronten schreef hij even relativerend als over de leuzen van de NSB, die immers ook in Duitse ogen tamelijk lachwekkend waren. Zijn grappenmakerij was geïnspireerd op de toonzetting van het Amerikaanse blad Esquire , waarvan Van den Hout een vooroorlogse verzameling bezat. Door ruimschoots aandacht te besteden aan verboden onderwerpen, zoals de Amerikaanse jazz en de Nederlandse zender in Londen, maakte hij De Gil tot een blad dat sterk afweek van de reguliere, humorloze propaganda; en dat was precies de bedoeling. De verwarring die onder het publiek ontstond over de herkomst van het blad, werd des te groter door het nummer dat na 5 september 1944 verscheen, toen de Duitse nederlaag leek vast te staan en drommen NSB'ers een veilig heenkomen naar Duitsland zochten. Willem W. Waterman gaf die dag de allitererende bijnaam 'Dolle Dinsdag', en haalde honend uit naar de 'labbekakken' die op de vlucht waren geslagen.
In oktober 1944 werd De Gil opgeheven. Van den Hout verzorgde daarna tot in het vroege voorjaar van 1945, volgens hetzelfde procédé, het op een geheim gehouden locatie gevestigde radiostation De Gil-Club , dat zich, met medeweten van de bezettingsautoriteiten, voordeed als een illegale zender. In deze programma's draaide hij jazzplaten en trachtte hij interne wrijvingen in het geallieerde kamp aan te scherpen door bijvoorbeeld een Amerikaanse overwinning toe te schrijven aan de Britten, en omgekeerd. Ook leverde hij lacherig commentaar op alles wat in het reeds bevrijde zuiden nog niet helemaal naar wens verliep.
Na de oorlog werd Van den Hout, als 'dubbelzinnige figuur', door de Raad van Beroep voor de Perszuivering een journalistiek publicatieverbod van tien jaar opgelegd. Tot een proces wegens collaboratie is het echter niet gekomen; hij zat drie jaar in voorarrest, en daarna werd zijn zaak geseponeerd. Maar in de cel vond hij alweer nieuw emplooi voor zijn pen; hij begon te schrijven aan een reeks jongensboeken die voortborduurde op het feuilleton in Jeugd . Zo kon hij op 19 mei 1949 een contract sluiten met de Meppelse uitgeverij M. Stenvert & Zoon voor de publicatie van zijn 'Bob Evers'-boeken, geschreven onder de naam Willy van der Heide. Het eerste deeltje, onder de titel Een overval in de lucht , volgde in 1950. In totaal verschenen er 32 delen, meestal onder allitererende titels als Cnall-effecten in Casablanca , Hoog spel in Hong Kong en Trammelant op Trinidad . Door zijn rijkelijk met hyperbolen doorspekte schrijfstijl en de vet aan
Comments # 0